In de pathogenese van Covid-19 spelen antilichamen, die tegen eerdere infecties met Coronavirussen waarschijnlijk een belangrijke rol.
Dit baseer ik onder andere op een sero-epidemiologisch onderzoek naar antilichamen op verschillende leeftijden tegen Mycoplasma pneumoniae (Mp), dat een hoofdonderdeel was van mijn proefschrift. Verrassenderwijs bleken vrijwel alle kinderen op vijftienjarige leeftijd al antilichamen gevormd te hebben. Dit terwijl de ernstige "atypische" pneumonie door Mp vooral op jongvolwassen leeftijd wordt gezien. Zelfs al op kleuterschoolleeftijd bleken kinderen al tijdelijk seropositief te zijn.
Ik veronderstelde, dat kinderen na een eerste lichte infectie op kleuterleeftijd, op schoolleeftijd antilichamen specifiek gericht tegen het op dat moment voorkomende type van Mp zouden vormen. Die antilichamen zouden zeer effectief zijn tegen dat type, waardoor deze kinderen weinig ziek zouden worden en waarschijnlijk ook weinig besmettelijk zijn. Met behulp van een aangepast mathematisch model, bleek dit de gevonden frequentieverdeling op de verschillende leeftijden goed te verklaren. Deze specifieke antilichamen zouden een "priming" tegen Mp in het algemeen veroorzaken, zodat latere infecties met een ander type een snelle antilichaam reactie oproepen. Maar doordat deze antilichamen niet specifiek tegen het nieuwe type gericht zijn, zou dit tot een afwijkende immunologische reactie leiden, met ziekte als gevolg.
Iets dergelijke priming was al in 1960 door Francis voor influenza gepostuleerd onder de titel: "On the Doctrine of Original Antigenic Sin". In 2009 werd deze hypothese bevestigd: Ouderen, vanaf ca 60 jaar waren beschermd tegen de Mexicaanse griep. Dit werd veroorzaakt door een H1N1 type, dat tot omstreeks 1947 de belangrijkste oorzaak van influenza A was. De antilichamen, die zij als gevolg van "priming" maakten waren daarom effectief tegen dit, voor anderen, nieuwe type.
Ik veronderstel dat iets dergelijks geldt voor Corona. De epidemiologie van deze luchtweginfectie vertoont overeenkomsten met zowel Mp als influenza. Er zijn 4 endemische typen van bekend. Iedere volwassene zal tegen tenminste één van die typen op schoolleeftijd "priming" antilichamen hebben gevormd. Deze virussen veroorzaken meestal gewone bovenste luchtweginfecties: vooral keel-verkoudheid. Maar zij kunnen sporadisch ook een pneumonie of "griep" veroorzaken. Het SARS-CoV-2 is nieuw voor alle mensen. Daardoor zullen, behalve bij schoolkinderen, niet specifiek tegen dit virus gerichte anti-Corona antilichamen worden aangemaakt, die een afwijkende immuunrespons veroorzaken. Daarbij komen nog specifieke virulentiefactoren, in het bijzonder, dat dit virus zich aan ACE2 receptoren bindt, die overal in het lichaam te vinden zijn.
De pathogenese van Covid-19 berust volgens deze hypothese voor een belangrijk deel op een ingewikkelde interactie tussen mens en virus, die in bijgaand pdf-document nader behandeld wordt.